Frédérique over haar ziekte in 'Buigen als bamboe'

Geplaatst op dinsdag 04 april 2006 @ 09:37 , 1163 keer bekeken

In 'Buigen als bamboe' praten bekende Nederlanders met Rob Bruntink over hun leven na kanker...

Zoals actrice Fréderique Huydts (38). ,,Ik wil zo graag niet anders zijn. Maar ik ben wel anders, ik heb kanker.'' Een voorpublicatie.

Er was een tumor in de dikke darm gevonden die voor 99,99 procent zeker kwaadaardig was. Mijn moeder begon te huilen, ik probeerde haar te troosten. Het drong niet tot me door. Als ik ooit als acteur zo'n rol moet spelen... Je denkt: meteen huilen, maar dat doe je dus niet. Het is alsof iemand tegen je zegt: de kleur behang die u heeft besteld is niet meer leverbaar en je denkt: o, wat nu? Ik begreep het ook niet helemaal. Heb ik darmkanker? Maar wat doet die bal daar dan op mijn eierstok? Later bleek dat een uitzaaiing te zijn van mijn darmtumor.

Mijn gynaecoloog heeft me gered. Hij liet een darmonderzoek doen. Toen was ik daar helemaal niet blij mee. Er stond al een operatie gepland, omdat er een gezwel in mijn buik was ontdekt, formaat kleine meloen. Daar was al heel wat aan vooraf gegaan: buikpijn, een echo waar niets uitkwam, het slikken van poedertjes, het eten van vezels.
Ik was 36, dus de alarmbellen rinkelden niet. Terwijl ik normaal een enorme hypochonder ben. Als ik een bijsluiter lees, dan heb ik prompt alle bijwerkingen. Ik denk dat alle acteurs zo zijn. Ze kunnen zich zo goed dingen inbeelden.

Ik dacht gek genoeg bij de bal die ik onderhand in mijn buik kon voelen totaal niet aan kanker. Maar ik vond het wél heel vervelend en wilde weten wat het was. Dus ik was blij toen er eindelijk iets werd ontdekt en er iets gedaan zou worden.

Op een gegeven moment hoorde ik bij het bloedprikken verpleegkundigen iets zeggen over tumormarkers. Wat gebeurt hier, dacht ik. Ik ben nu in een wel heel slechte film beland.

Voor die operatie vroeg mijn gynaecoloog naar mijn ontlasting. Ik schrok, want ik had een keer vreemde ontlasting gehad, met een heel rare kleur alsof ik bietjes had gegeten. En dan vliegt de schrik toch even omhoog. De operatie werd uitgesteld en ik kreeg een darmonderzoek. Toen dacht ik nog: als ik niets had gezegd, was die operatie gewoon doorgegaan. Ik wil dat ding eruit, nu, en ik wil door met mijn leven.
Een deel van mijn darm is weggehaald, het gezwel op mijn eierstok en de eierstok zelf. De kanker was uitgezaaid, alleen in mijn onderbuik.

Gelukkig hoef ik geen stoma, daar had ik me vooraf erg druk over gemaakt. Wel is mijn baarmoeder eruit gehaald, uit voorzorg. Ja, ik had een kinderwens, maar ik wil een kind wel kunnen zien opgroeien. Tussen de twee operaties voelde ik me zo sterk, was heel strijdlustig. De opnames voor Meiden van de Wit maakte ik zelfs nog af.

Ik heb alles toen geromantiseerd, ook mijn relatie. Dit maakt ons sterk, dacht ik. Maar de liefde bleek niet sterk genoeg; daar kwam hij eerder achter dan ik. Soms weet ik niet welk verdriet het grootst is. De ene keer is het verdriet om de kanker heel groot, dan weer over het feit dat ik geen kinderen kan krijgen en dan weer over de verbroken relatie.

Eigenlijk vind ik dat ik een heldhaftige kankerpatiënt moet zijn. En dat ben ik dus niet. Waarom? Toen mijn broertje op zijn eenentwintigste zelfmoord pleegde, nam ik de rol van clown op me. Die rol had ik altijd al, want thuis was de situatie zwaar. Mijn broertje was manisch depressief en schizofreen. Toen dacht ik ook: ik wil niet zielig zijn omdat ik mijn broer heb verloren.

Mijn manier van overleven is stoer doen. Ik vertel liever op een heel grappige manier hoe verdrietig ik ben. De clown, die van binnen huilt. Ik wil het mijn omgeving makkelijker maken. Ik heb fantastische ouders, die mij nooit zullen claimen en nooit druk op mij zullen leggen. Maar ik wilde zo graag die taak van de goede dochter volbrengen.

Intussen leg ik zelf de lat zo hoog dat ik er niet aan kan voldoen. Ik ben heel streng voor mezelf. Ook nu, met die chemo-ellende, wil ik mensen entertainen en grappen maken. Mensen tonen: zie mij eens lekker losjes met kanker omgaan. Het gevolg? Dat ik al mijn energie gebruik en 's avonds, als ik alleen ben, jank ik en voel ik me eenzaam.

Ik ben blij dat ik er nog ben. Maar kanker maakt machteloos. Ik kan mijn eigen lichaam niet vertrouwen, zo voelt dat. Maar ook alsof ik mezelf in de steek heb gelaten. Of is dat tegenstrijdig? Ik weet dat ik hier zelf echt niets aan kan doen, maar toch voelt het alsof ik heb gefaald. Dat vind ik heel moeilijk.

Ik heb een enorm litteken. Geen probleem, daar ga ik 's zomers gewoon mee op het strand liggen zonder het te camoufleren. Maar het liefste zou ik het aan mensen laten zien en er dan bij vertellen: ik was aan het duiken, er kwam een haai en ik heb het overleefd. Maar als ik moet zeggen: ik had kanker, dat werkt niet. Het is gewoon niet stoer, kanker, omdat het je overkomt.''

Dit is een ingekorte versie. Het volledige interview vindt u in het boek 'Buigen als bamboe' van Rob Bruntink en Anja Krabben, uitgeverij Plataan, Zutphen (EUR15).


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: